‘Waarom een theoloog vindt dat we niet naar Mars moeten gaan’, kopte Trouw in mijn mailbox. Het is weer zover, dacht ik. Vast een theoloog die ontwikkeling van technologie een teken van hoogmoed vindt. En jawel hoor, daar klinkt het al: “Het heeft iets van hoogmoed: de mens die God voorbij wil streven”. De Toren van Babel (Genesis 11) heeft een onuitwisbaar stempel gedrukt op het christelijk denken over technologie.
Toch gaat dat verhaal in Genesis helemaal niet over torens en hoogmoed. Het wil vertellen hoe het komt dat de mensen over de hele aarde verspreid zijn. Precies zoals God ze eerder de opdracht had gegeven om zich voort te planten en over de hele aarde te wemelen.
Als je het bekende verhaal verder leest zie je juist bewondering voor de inzet van technologie. De uitvinding van bakstenen en teer, hier met nadruk genoemd, stelt de mensen in staat om grotere steden en gebouwen te bouwen, dan ze voorheen voor mogelijk hielden. God komt zelf een kijkje nemen en ziet: “Wat ze hier doen is nog maar het begin. Straks kunnen ze alles doen wat ze bedenken.” En daarna verspreidt hij de mensen over de hele aarde.
Verder kijken dan je neus lang is. Meer plaatsen ontdekken, meer visies ontwikkelen, meer mogelijkheden zien. Het is tijd voor de next level. Laten we ons over het universum verspreiden en nog meer nieuwe plaatsen ontdekken. Te beginnen met Mars, zeg ik als theoloog.
(vertaling: Bijbel in Gewone Taal, NBG)